Hoofdstuk 9: Fellowship
Toen ik met het surfboard onder mijn arm het strand van Broome opliep ontmoete ik Richard. Hij vertelde me dat hij zojuist ontslagen met zijn maat Pete. Zijn plan was om naar Darwin toe te reizen om naar werk in de primaire sector op zoek te gaan. Toevallig had ik deze dag uitgepikt om op zoek te gaan naar een reismaatje om naar Darwin toe te reizen. Richard wilde graag met mij mee en zei dat zijn maten Pete en Coen misschien ook mee wilden. Een uur later was ook Pete ontslagen en had Coen ontslag genomen. Het reisgenootschap voor de 2000 km asfalt naar Darwin was gevormd.
Ik kende Pete, Richard en Coen uit het eerste hostel waar ik verbleef in Broome. Toen ik naar een ander hostel was overgestapt arriveerde Coen, Pete en Richard een dag later. Ik raakte goed bevriend met ze en regelmatig gingen we gezamelijk naar het strand of de pub. Pete is een vrolijke Engelsman die ik ‘top 10 Pete’ noem aangezien hij gek is op lijstjes maken met de beste films, beste boeken, beste vrouwen en al het andere dat in een volgorde geplaatst kan worden. Richard is 29, de oudste van het genootschap. In Engeland was hij een accountant en nadat zijn relatie stuk liep besloot hij naar Australia te vertrekken. Coen is een 23 jarige knaap uit Uitgeest die, net als ik, afgelopen zomer is afgestudeerd en na zijn studie op reis ging.
Onze eerste bezichtiging op de route was Wolves Creek. Een meteoriet krater van bijna een km doorsnee. Daarnaast is het de titel van een film waarin een psychopatische Australier backpackerauto’s saboteert om vervolgens de backpackers aan te bieden om bij hem te overnachten. De naieve backpackers worden door de gastvrije Australier gedrogeerd, gemarteld en vermoord. Ik had voor mijn reis nooit van deze film gehoord, maar veel backpackers hebben mij er over verteld. Wolves creek is hierdoor een heilige plek voor backpackers en voor de ervaring wilden we er graag een nacht kamperen.
Na drie uur over een ongeasfalteerde weg te hebben gereden kwamen we in het donker aan en de volgende morgen bezochten we de krater. Deze was enorm. Na een steile afdeling doorkruiste we de krater, normaal gesproken kost dat zo’n 20 minuten maar Pete had net een hernia operatie achter de rug en uiteindelijk duurde het een half uur. Na een uur waren we terug bij de auto. Gelukkig had niemand onze kabels doorgeknipt en konden we de weg weer op.
De volgende nacht stopten we op een picknickplaats langs de weg. Toen de nacht viel realiseerde we ons pas dat er zo’n 500 meter van onze een aantal bomen in de brand stonden. De vlammen gaven een zelfde effect aan de horizon als een zonsondergang. Aangezien er weinig wind stond leek er weinig gevaar te zijn. ‘s nachts was ik voor de zekerheid nog even de tent uitgestapt om in geval van nood aan een vlammenzee te ontkomen. Het vuur was redelijk gedoofd dus ik kon rustig slapen gaan. De volgende dag realiseerde we op de weg dat de brandende bomen meer regelmaat dan uitzondering waren. Het droge gras wordt door de brandweer in brand gestoken om zo te voorkomen dat in een droge periode het vuur zich minder makkelijk kan verspreiden.
Het meest memorabele moment van de reis was na het paseren van de WA grens bij Timber Creek. Northern Terretories staat bekend als Crocodile country en iedere rivier of kreek die we passeerde stopten we om te kijken of er krokodillen zwommen. In Timber Creek kende Pete de cassiere die daar in het pompstation werkte. Zij vertelde dat in de rivier achter het station krokodillen zwommen. Toen we met haar meeliepen kon ik van zo’n 20 meter van de oever aan de overkant een Johnston zoetwater krokodil zien liggen. 300 jaar evolutie had dit monster gecreeerd. Een bek vol tanden zo scherp als messen en een leren pantser zo sterk als een Duitse tank. Ik zocht een plaatsje in de boom waar ik hem kon bewonderen. Coen wilde wat meer sensatie en liep via een brug naar de oever waar de krokodil lag om een close up foto te maken en hem misschien aan te kunnen raken. Nog voordat Coen de krokodil zag, zag de krokodil Coen en in minder dan een seconde dook de krokodil het water in om de rest van de tijd in onderwater door te brengen.
De volgende nacht zouden we doorbrengen in Edith Falls National Park. Een natuurgebied met watervallen, zwempoelen en krokodillen. Een van de poelen was gesloten vanwege de mogelijke aanwezigheid van zoutwaterkrokodillen. De ranger vertelde ons dat de nacht ervoor een krokodil van 4,5 meter uit de pool was gevist. Toen ik vroeg wat er met de krokodil gebeurde zei ze dat de mannetjes afgeschoten worden en de vrouwtjes naar een krokodillen farm gaan in Darwin. Ik vond het nogal controversieel, mijn vishengel uitgooien in een National Park is taboe en een bedreigd diersoort vangen zodat het later verwerkt kan worden tot handtas is blijkbaar volkomen acceptabel. De krokodillen jagers konden we echter niet vinden dus na een potje kaarten was het vroeg naar bed.
Na ‘s ochtends een mooie wandeling te hebben gemaakt en gezwommen te hebben bij een waterval, vertrokken we in de richting van Darwin. Het zou de eerste stad zijn die ik in 4 maanden zou zien. Het plan was om een dag en een nacht te blijven zodat Pete en Rich naar werk konden zoeken en dat we in het weekend terug de bush in zouden gaan om te kamperen. Toen we op vrijdagmiddag in de supermarkt inkopen deden zag ik Ian bij de kleding rekken staan. Ian was mijn collega en maat in Broome. Hij had Broome 1,5 week voor mij verlaten en sindsdien hadden we geen contact gehad. Het was een grote verassing om hem in de supermarkt 2000 km verder tegen het lijf te lopen. Na 5 minuten praten bleek dat we ook in het zelfde hostel verbleven. Het gigantische eiland Australie leek ineens toch wel erg klein.
Na een middag bijgepraat te hebben met Ian, keerde we terug naar de bush. Het was een geweldige afsluiting van een 10 dagen durende reis. Hout sprokkelen, kampvuur maken, vissen vangen, vissen braden, zwemmen onder de watervallen en springen van de rotsen, een jongensdroom. Het genootschap viel na het weekend uit elkaar. Pete en Rich hadden een baan in een roadhouse gevonden en vertrokken met Ian naar de outback. Vanmiddag zal ik Wijnand oppikken van het vliegveld in Darwin. Wijnand was mijn basisschool maatje vanaf 1996 en is altijd een van mijn beste vrienden geweest. Wie had ooit gedacht dat we 15 jaar later samen door Australie zouden gaan reizen.
Reacties
Reacties
Heee Neef,
Fijn weer wat te horen! Heb je eindelijk een krokodil gezien, nu er nog een vangen ^^ Haha. Veel plezier met Wijnand :)
Kus
Ha Vic, leuk om weer wat van je te lezen !
Lieten de vissen zich gemakkelijker villen dan het konijn?
Mooi, zo'n bushkampeerervaring, alhoewel ik zelf liever op een camping sta hoor.
Hoi Victor, mijn HHS-avontuur is ook klaar. Ik ben afgezwaaid en vervolg opnieuw mijn reis als ZZP-ér. Hoewel ik je mailtjes nog in mijn school mailbox vond, kun je dat mailadres het beste links laten liggen. Een ander adres heb ik al opgegeven. Ik blijf je verhalen met plezier volgen.
He Vic,
als ik zie hoe snel jij vrienden maakt en hoe erg ze het vinden als jij weer weg gaat, moet je misschien je toekomst zoeken in het toerisme, bijvoorbeeld als reisleider of zo.....
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}