victorverhart.reismee.nl

Hoofdstuk 14: Melanesie vs. Polinesie

Van oorsprong kennen de Solomon eilanden twee verschillende rassen; de Melanisiers en de Polinesiers. In de acht weken die ik hier verbleefkreeg ik de kans om beide culturen van dichtbij te zien en voor even hun levensstijl te ervaren. Een bijzondere ervaring, waarschijnlijk de meest bijzondere in mijn leven en het hoogtepunt van mijn nu 14 maanden durende reis.

Robert, een Melanesier uit Malaita eiland, ontmoette ik in Guadalcanal en hij zou begin oktober terugkeren naar Malaita om daar les te geven op een school in de bergen van East Kwaio. Hij bood me de mogelijkheid om hem en zijn familie te vergezellen op de reis naar zijn regio. East Kwaio is in de Solomon is een beruchtte regio. In 1929 werd William Bell, een Britse koloniaal, door een local met een knuppel gedood. Na het incident keerde de Engelsen terug voor een vraak actie waarin 60 mensen van East kwaio warden gedood. Na deze slachting waagde geen Engelsman zich meer in de regio en ook nu ziet men zelden een ambtenaar het gebied bezoeken. Dit heft dan ook z’n gevolgen; er zijn geen wegen, alleen bospaden, er is nauwelijks electriciteit en kraanwater kennen zee er niet. Winkels zijn er neit en men leeft van wat de moestuin te bieden heeft.

Ik verbleef voor het overgrote deel van mijn tijd in de bergdorpen Nanakinimae en Nu’u. Hier leefde ik een rustige levenstijl waar de dagen bestonden uit wandelingetjes naar watervallen, potjes voetbal, tuinieren en ‘s avonds zingen onder begeleiding van gitaarmuziek. Ik spendeerde het meeste tijd met de kinderen in de dorpen. Die zien er grapping uit, hun gezichten en huidskleur zijn te vergelijken met die van Afrikanen, echter hebben ze een blonde kroes dos op hun hoofd vergelijkbaar met een coupe soleil. De kinderen zaten vol met energie en leerde me de waterval te beklimmen en als ik dorst had klom een van de jongens met enkel een touw om zijn voeten, in een palmboom om daar wat kokosnoten uit te trappen.

In Nanakinimae waar Robert de hoofdmeester van de school is, raakte ik wat meer betrokken als een vrijwillegger. Zo heb ik een ochtend lesgegeven op de basisschool waar ik een hoorcollege heb gegeven over de gevolgen van plastic afval en een hoorcollege over geld sparen. Ook wordt er in het dorp een middelbareschool gebouwd en besloot ik te helpen met het maken van een voorstel voor een financiering voor de bijbehorende faciliteiten. De chief van de regio, Dany, was bezig met het bouwen van een cultureel centrum waar hij toeristen kan ontvangen. Ook hem hielp ik met een voorstel voor financiering om het gebouw af te krijgen.

Na 2 weken in Kwaio, keerde ik terug naar de kust om daar nog een week te verblijven bij Robert zijn vrouw. In het dorp waar ik verbleef waren de huizen op palen op het strand gebouwd of soms zelf in het water. Omgeven door palmbomen deed het aanzicht erg paradijselijk aan. Ik ging regelmatig vissen met Alex, de buurman. In een houten kano pedelde we rond in de baai en viste we met een hand lijn. De vangst was redelijk, maar de vissen waren meestal niet groter dan mijn hand. Ondanks dat tock lekker als avond eten.

Nadat ik terug was gekeerd naar Honiara, de hoofdstad van de Solomon Eilanden, Ontmoete ik Jimmy, een politieagent die ik kende van mijn eerste week in Honiara. Hij zei dat hij voor mij een gratis vliegticket had naar Renell Eiland, op kosten van de politie. Rennell Eiland is een Polinesisch eiland ten westen van Guadalcanal. De Polinesiers vaarde en ontdekte de stille zuidzee ver voordat de Europeanen zich hier begaven. Een paar honderd jaar geleden werd Rennell eiland bewoond door kleine, behaarde Melanesiers. Die warden bij aankomst van de Polinesiers gedood (en vermoedelijk ook opgegeten). Het Eiland is nu bewoond door enkel Polinesiers. Ik zei Jimmy dat ik graag gebruik maakte van het vliegticket en na twee weken lang documenten opstellen voor de projecten in East Kwaio kon ik eindelijk vertrekken naar Rennell.

De vlucht naar Rennell zal ik niet snel vergeten. Justina, Jimmy zijn vrouw, zou me begeleiden aangezien Jimmy in Honiara zou blijven. Justina vertrok met de eerste vlucht en ik zou pas op de derde vlucht naar Rennell vertrekken. Na 6 uur op het vliegveld te hebben gewacht stapte ik in een minuscuul vliegtuigje dat ons over de Bergen van Guadalcanal en over de Oceaan naar Renell bracht. Boven Rennell sloeg het weer om en begon het met bakken uit de hemel te storten. De mist zorgde ervoor dat de piloot verdwaalde. Hij begon nerveus om zich heen te kijken zoekend naar de landingsbaan. Na 10 minuten boven het regenwoud gecirkelt te hebben dook het vliegtuig ineens naar beneden. Ik keek op de hoogte meter en die daalde zo snel dat ik zeker wist dat we richting de grond gingen. Vanuit het raam zag ik alleen bomen en vermoedde dat dit de laatste seconden in mijn leven waren. Tot er plotseling door het raam van de piloot een grasstrook te voorschijn kwam en waar we in de plassen landden. Wat een opluchting! Buiten stonden een hoop mensen te wachten. Maar Justina zag ik niet. Ik werd geintroduceerd aan Meli; Justina’s nicht en mijn host voor de week in Rennell.

Ik arriveerde in het dorp Nuku Ma’anu. Een pension dat gerund wordt door John en Onex, de ouders van Meli. Tot mijn grote verbazing was er hier electriciteit en zelfs ook een televisie! Ik raakte bevriend met Jopa en Bones, twee neven en ook familie van Justina. Jopa en Bones zouden me begeleiden tijdens de trips op het eiland. Het hoogtepunt was een trip naar de kust. Heel Rennell is omgeven door koraal rif en daar wilde ik graag een bezoek aan brengen. Het was drie uur lopen door het regenwoud voordat we arriveerden aan de kust. Onze accomodatie was een grot waar Bones voor een bed maakte van palmbladeren. Voedsel hadden we niet bij ons, maar dat was niet nodig aangezien er voldoende palmbomen, aardappels groeide en er was genoeg leven in de zee dat ons van een maaltijd kon voorzien. Toen we arriveerde bij de grot was het al laat in de middag en besloten we direct te gaan vissen. Alles dat we hiervoor hadden waren een paar hamers, een mes en een vislijn. De lijn brak nadat we een vis hadden gevangen en gewapend met hamers vingen Bones en Jopa wat oesters en een octopus. We verbleven twee nachten in de grot en zouden op de derde dag terugkeren naar de bewoonde wereld.

De rest van de dagen leefde ik de Polinesische levensstijl. Die bestaat overdag uit potjes schaken en kokosnoten eten, ‘s middags uit een potje volleybal of rugby en ‘s avonds uit televisie kijken. Het volk in Rennell was het meest vriendelijke en gastvrije volk dat ik ooit ontmoet heb. De hele week verbleef ik gratis en betaalde Jopa (die geen werk heft) zelfs mijn kaartje voor het transport naar een voetbalwedstrijd. Dit was in groot contrast met de Melanesiers waar ik op het einde twijfels had of ik nou als vriend of toch meer als suikeroom gezien werd.

Na een week op Rennell vloog ik terug naar Honiara. Zittend in het vliegtuig rolde de tranen over mijn wangen. Wat zal ik dit eiland en de mensen misssen

Reacties

Reacties

Wijnand

Mooi verhaal pik, verhaal over je verjaardag blijft alleen achterwege begrijp ik.. Houden we allemaal nog tegoed dan. Ik heb inmiddels ook een dergelijk nieuwtje voor je vanuit de Daintree! Geniet van je tijd in Fiji en we houden contact.

petra

zo te lezen een plaats om eeuwig heimwee naar te houden....

Patries

Super allemaal om mee te kunnen beleven op afstand.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!